Ons opa ging dikwijls op stap
Hij dronk dan veel bier aan de tap
Hij was meestal vrolijk en vrij
Een vent uit een stuk, dachten wij

Veel vrouwen die hin heeft gekend
Die vond het een lekker vent
Hij hield wel heel veel van zijn vrouw
Altijd op pad kijk niet zo nou
Onze opa onze opa

refr.:
Hij was unne leugenaar
't Is ons oma nie weet
Hij was unne leugenaar
Hij ging erg vaak vreemd
Hij was unne leugenaar
Ja geloof ons 't is waar
Hij droeg zelfs een ring, viet elk jong ding
Vinde de nou niet raar

Zo was ie laatst weer aan de zwier
In de kroeg daar zocht hij zijn vertier
Hij keek er eens goed in het rond
Zij was gescheiden jong en blond

Je zag dat de vonk oversloeg
Een knipoog was dan al genoeg
Hij deed het met elke vrouw
Altijd op pad keek niet zo nou
Onze opa onze opa

refr.

Omdat ie veel vreemd was gegeaan
Kreeg hij er toen iets erg's aan
Hij werd ziek en hartstikke rood
En na 6 maanden was ie dood

Ons oma die is ook een snet
Al weet ze het niet de ze het he
Hij deed het met elke vrouw
Altijd op pad kijk niet zo nou
Onze opa onze opa

(Hij was unne leugenaar)
Hij was unne leugenaar
('t Is ons oma nie weet)
't Is ons oma nie weet
Hij was unne leugenaar
(Hij was unne leugenaar)
Hij ging erg vaak vreemd
(Hij ging erg vaak vreemd)
Hij was unne leugenaar
(Hij was unne leugenaar)
Ja geloof ons 't is waar
(Ja geloof ons 't is waar)
Hij droeg zelfs een ring, viet elk jong ding
(Hij droeg zelfs een ring, viet elk jong ding)
Vinde de nou niet raar
(Vinde de nou niet raar)

refr.