Ik zit uren naar die peuk te kijken Die jij in m'n asbak achterliet Want deze peuk is het enige voorwerp dat ik nog bezit van jou Dus je begrijpt wel waarom ik zozeer van zo'n klein sigarettepeukje hou
En als ik naar dat peukje zit te staren Trillend, met een dichtgesnoerde keel Dan denk ik soms verbitterd 'oh, al die jaren' Leverden enkel dit peukje op en da's niet veel
Peuk, oh peuk, oh jij uitgedoofde peuk Ik heb vaak met jou voor de vuilnisemmer gestaan Maar afscheid nemen, nee dat kon ik niet Oh, jij uitgerafelde stompje, met die vage blos van lippenrood Nog net zichtbaar op jouw okeren filteruiteinde Jij, jij bent mijn hel
Soms begin ik met die peuk te spreken Omdat ik niet meer praten kan met jou En dan vertel ik bijvoorbeeld hoe pijnlijk het was toen je met mijn leven brak Tegen dat peukje dat ooit nonchalant tussen jouw sensuele lippen stak
En in mijn tranen ga ik soms wel smeken Peukje, wanneer komt jouw baasje weer Ja, zo zit ik hier al zo'n zeven weken En iedere avond dan kniel ik voor jouw peukje neer Al is het niet meer dan papier, nicotine en teer Ach, stuur me gerust nog zo'n peukje of rook je niet meer