Aan de dokken van Aantwaarpen, aan den basseing wie gien waark hee laat daar maar zijne kop 's zien.
Aan de dokken van Antwerpen, daar is corvéé, veul werk voor wie d'r geen twee linkse poten hee.
Komt ies horen hedde gij 't caruur van een natiepeird, steekt dan is een handje toe, ik blijf ulle marchandies hier niet versleuren
Ja taloren, 's avonds zen 'k ik just gien sjik toebak weird, ne ruggegraat lak ne catjoe, en zonder wat extra volk zijn 't hier malheuren.
Stoade (gij) doar na nog te stoan, doe dan (maar) is rap oe marcelleken aan, kruipt van boven daar in die kraan, goe verstaan!
Hier travakte zij aan zij, en tegen dat schoft is trakteren wij oep ne glazen boterham of drei en na gaa.
Aan de dokken van Antwerpen, zedde gij vandoen hé kameraad zijn 't hier (na) eiren of zijn het joeng
In de haven van Antwerpen, aan den bassieng dat deurganckdok, d'r kunnen veul containers ieng
Aan de dokken van Antwaarpen (ja die van Aantwaarpen), zeg doet is mee (doe na dedju is mee joeng) hier is corvee ( ja (echt) serieus corvée) voor wie geen linkse poten hee.
Aan de dokken van Antwerpen ( hé gij , palmenhouten!) aan den basieng (gij zie geen waark zeker hé) zoekte corvee (lammentammen verdoeme) loat daar dan awe kop is zien (ja 't is tegen aa ja)
(uitfadend) Aan de dokken van Antwerpen (ge moet het allemaal moar doen hé Cois) zeg doet is mee (dat ze 't zelf inlaaien jos) als ge werk zoekt (groet gelijk joeng)
Uitvoerder: Tom Vanstiphout Tekst: Kris Vermeire Origineel: By the rivers of Babylon