Savjeeke was soldaatje in 't armeeke van Flahaut Hij marcheerde van zijn bed tot de kantien Met een dagschotel en een frisse pint was Savjeeke altijd welgezind Ja in 't leger had Savjee het naar zijn zin
Maar op een dag was plotseling het mooie liedje uit Want de watersnood sloeg toe, de generaal brulde: vooruit! Savjee zeulde met zandzakjes en viel toen in de bres Hij beefde als een riet in zijn doorweekte battledress Savjee voelde zich door het leger stevig beetgepakt En hij riep: dit is niet eerlijk, dat stond niet in mijn contract!
Savjeeke was soldaatje in 't armeeke van Flahaut Hij marcheerde van zijn bed tot de kantien Met een dagschotel en een frisse pint was Savjeeke altijd welgezind Ja in 't leger had Savjee het naar zijn zin
Maar nog had hij geen rust, daar kwam alweer een and're strijd Hij moest op straat gaan vechten tegen criminaliteit De foutparkeerders, hondendrollen ging Savjee te lijf Hij zei: ik word zo moe van dat gekijf en dat geschrijf (ik ben zo moe) En net toen hij zich neer wou vleien in zijn ledikant Moest hij weer weg om olie te gaan ruimen op het strand
Savjeeke was soldaatje in 't armeeke van Flahaut Hij marcheerde van zijn bed tot de kantien Met een dagschotel en een frisse pint was Savjeeke altijd welgezind Ja in 't leger had Savjee het naar zijn zin
Savjee kreeg een depressie, hij werd kaal en moddervet Hij poetste nooit zijn tanden meer, stonk vreeslijk uit zijn bek Toen kwam een journalist van een of and're vreemde krant Savjee sprak toen: ik vind mijn eigen adem niet plezant De gevolgen voor het leger van Flahaut waren immens En wat er met Savjee gebeurd is, nee, dat weet geen mens.
Savjeeke was soldaatje in 't armeeke van Flahaut Hij marcheerde van zijn bed tot de kantien Met een dagschotel en een frisse pint was Savjeeke altijd welgezind Ja in 't leger had Savjee het naar zijn zin Met een dagschotel en een frisse pint was Savjeeke altijd welgezind Ja in 't leger had Savjee het naar zijn zin
uitvoerder: Tom Van Stiphout en Paul Poelmans tekstschrijver: Fritz Van den Heuvel origineel: Jan Klaassen van Rob De Nijs