ik had mijn witte broek aan en ik dronk ne rode wijn 't was op de huwelijksreceptie van Bruno en Katlijn ineens een por tussen mijn ribben ik schrik me rot en draai mij om ik ken de stem die zegt 'wat leuk dat ik u hier nu tegenkom hoe is 't met u ge ziet er goed uit' ik zag meteen da's nie gemeend mijn ogen waren roodgezwollen want gans de mis had ik geweend ik voel mij door God verlaten sinds zij bij mij is weggegaan verscheurd vertrapt in alle staten ik heb nogthans nooit iets fout gedaan alsof er nooit wat is geweest komt ze nu zowat naast me staan en zegt'ik zie dat ge voor 't feest uw witte broek hebt aangedaan' ze heft haar hand gaat door haar haar en stoot daarbij mijn elleboog en na dit onverwacht gebaar was m'n broek niet langer droog zij gilt 'dat gaat daar nooit meer uit' ik zeg 'daar zit ik niks mee in' veel erger dan die rode wijnvlek die onuitwisbaar is is de afdruk die jij naliet in de vorm van gemis maar dat is iets waar jij waarschijnlijk geen benul van hebt hoe denk je dat het voelt nu je m'n kruis met een keukenhanddoek dept of moet ik er een tekening bij maken ik ben toch niet van steen hou op mij aan te raken dat gaat door merg en been en zeg nu niet 'dat is toch zonde' van die schone witte broek mijn hart is nu een open wonde da's waarom ik u vervloek laat dus het zout maar achterwege pijn wordt er niet mee verzacht ik ben je nog altijd niet vergeten wat had je dan gedacht je zit nog altijd in mijn hart mijn lief mijn leed mijn koningin je gaat er nooit meer uit en gij zit daar niks mee in