Een laatste dans, een laatste glas, een laatste kus Een mooie avond met jou is voorbij Muziek die stopt, de vloer is leeg, het licht gaat aan We gaan naar buiten waar de sterren al staan
De nacht is koud, ik sla m'n jas dicht om haar heen Nog een paar straten en ik ben weer alleen En bij de deur vraag ik aan haar "zie ik je weer" En ze zegt "misschien een volgende keer"
Auf wiederseh'n, auf wiederseh'n Auf wiederseh'n, auf wiederseh'n
Er vliegt een meeuw, een scheepsbel luidt, een schip legt aan De matrozen die komen aan wal Een meisje lacht door tranen heen, ze wacht al lang Maar ze weet niet hoe lang hij blijven zal
Het wordt een week dan vaart hij weg naar Singapore Zeven dagen en dan duurt het weer een jaar De laatste dag dan loopt ze mee naar zijn schip "'t Ga je goed, auf wiederseh'n" zegt hij tot haar
Auf wiederseh'n, auf wiederseh'n Auf wiederseh'n, auf wiederseh'n
Familie gaat voor lange tijd naar een ver land In gedachten zijn ze vaak bij elkaar Zo ver van huis heet ieder mens een immigrant Het is een groet, een laatste woord wat je bewaard
Als heimwee knaagt, de herinnering weer is vervaagd Blijft dat allerlaatste woord in je hart Auf wiederseh'n dat wil toch zeggen "ik kom terug" Maar zo'n weerzien dat komt nooit te vlug
Auf wiederseh'n, auf wiederseh'n Auf wiederseh'n, auf wiederseh'n
Auf wiederseh'n, auf wiederseh'n Auf wiederseh'n, auf wiederseh'n