't Was al laat met weinig maan Ik liep naar huis genoeg gedaan M'n warme bed, m'n lieve lief En morgen vrolijk verder Uit een portiek sprak ze me aan Ik had 'r daar niet eens zien staan Want 'r was veel nacht en zij was zwart Ze vroeg of ik haar nog kende
Ik keek 'r aan, zag haar gezicht In het weinige lantaarnlicht Nou nee, niet echt, eerlijk gezegd Ik zou het zo niet weten 't Glinsteren van zilverpapier Haar ogen een beetje weg van hier Ze lachtte wat en zei me dat Ze mij niet was vergeten
Veel nacht en weinig maan
We gingen naar dezelfde school Leerden dezelfde apekool Maar ik was ouder Zij zat een aantal klassen lager Maar ik moest haar kennen, ga maar na De enige zwarte in de straat Dat valt toch op in zo'n nette buurt Die tuintjes, die garages
Veel nacht en weinig maan
En ik herinnerde me vaag Die straat weer met zo'n rozehaag Om ieder tuintje En op de stoep een zwart meisje met vlechten Een klein zwart meisje op een fiets Maar ergens klopte d'r iets niet Haar pa en ma die waren wit Dus dat waren niet de echte
Veel nacht en weinig maan Veel nacht en weinig maan Veel nacht en weinig maan Veel nacht en weinig maan
Veel nacht en weinig maan
We stonden daar, ik keek haar aan Haast even oud nu, 't kan vreemd gaan En niet eerlijk, en niet goed We zeiden "tot ziens, en het beste" Toen ik nog omkeek zag ik niets Geen vlechten meer, geen roos, geen fiets Een vlammetje in een portiek Dat spoedig uit zou waaien
Veel nacht en weinig maan Veel nacht en weinig maan Veel nacht en weinig maan Veel nacht en weinig maan
Veel nacht en weinig maan
Veel nacht en weinig maan Veel nacht en weinig maan
Veel nacht en weinig maan
Veel nacht en weinig maan Veel nacht en weinig maan Veel nacht en weinig maan Veel nacht en weinig maan