jij was het die mij meenam jij was diegene die mij vermengde met het leven buiten lopend door de stille elektriese velden dans van het voorjaar over de zoete gewalste aarde waar lage bosbessestruiken ritselden en kraakten waar alles leefde en op het punt stond om uit te lopen waar jonge berkebomen evenals het vlierhout ook voorzichtig aan de winter waren ontkomen
terug naar teveel om op te noemen ik had het kunnen weten als een zwerfsteen tuin ik rond rol ik naar jouw gevlekte salamanders duizend distelvlinders parasollenzwammen in een landelijk buiten overal speeltuin het land van de boeren
jij wees op een klein wonder op een soort den die in de winter zijn naalden verliest maar bij het begin van de lente ik heb het gezien grijs-groene naalden waaierden uit een grafisch landschap daarachter overspoelde een overvloed van kleuren tere-witte-roze-rode-wilde kersenbloesem tot berstens toe gevuld stond ook de magnolia een schoner wit-lila, zelfs tot paars toe was ondenkbaar
terug naar teveel om op te noemen ik had het kunnen weten als een zwerfsteen tuin ik rond rol ik naar jouw frambozen en amandelen aardvlooien en mieren groenvinken en merels in een landelijk buiten overal speeltuin het land van de boeren
laten we tuinieren hark de tuinen aan leg je hoofd in het gras eet wat paardesla in een landelijk buiten overal speeltuin het land van de boeren