Misschien de wind, de warme wind En in de verte hondengeblaf Terwijl jij sliep al die tijd lag ik wakker, vroeg ik mij af Wat is het wat mij gaande houdt Geriefelijk en in zekere zin Wat mij tevens voort laat spartelen Als een zalm tegen de stroom in? Tegen de geest van deze tijd En die zich niet omschrijven laat Maar wel dagelijks ons beïnvloedt Alsof je aan de werkelijkheid In trance voorbij gaat
lach maar, en als het zo leuk is Dat het jouw oortjes kennelijk streelt Mag ik ook weten wat er zo leuk is Schetste ik dan geen somber beeld? En wat heeft mij dan zo veranderd Dat ik niet eens meer zeggen kan Wat ze toch niet willen horen En ja, daar droom ik wel eens van Van een doolhof in een doolhof Het juiste pad, zij het intuïtief En lukt het me niet iemand te zeggen Dat dit labyrint is wat het is Een fuik, mijn lief
Wat ik zou willen? Dat de Messias kwam En dat het niet zo warm was Laten we buiten onder de sterren Een luchtje scheppen op het terras Zie je de melkweg?, en ongesluierd Zo ontzagwekkend, kijk eens, ach Er valt een ster, of niet?, nou ja Ik wenste slechts een nieuwe dag Maar wel met mooie sombere wolken Waaruit het vrolijk plenzen zou Dat zou mij denk ik doen herleven En vleugels geven Als ik zou weten wat ik wou