Een gele Crocus en een witte Hyacint Stonden te vrijen op een plekkie uit de wind Ze waren gelukkig, zo blij als een kind Hij zoende die Crocus, en zij die witte Hyacint
Hij wilde haar trouwen, die witte Hyacint En ging naar haar vader, voor de hand van dat kind Pa wilde niet weten, dat zijn kind werd bemind En hij sloog zijn Crocus, zijn bloedeigen kind
En vader zei: Daar kan niks van kommen, weet waar je aan begint Want de kleur van een Crocus is heel anders als van een Hyacint Dat wordt niks anders als ellende, waar je je ook bevindt Maar alle geliefden, slaan die raad in de wind
Ze trouwden heel stiekum, en ze kregen een kind Dat leek op een Crocus en op een Hyacint En alle bollen negeerden de familie Hyacint Hu, maar ach, die hadden daar geen oog voor, want je weet, liefde maakt blind
Toen, toen kwam er een expositie, van narcis tot Hyacint Ons echtpaar dat schreef gelijk in en natuurlijk ook voor hun kind. En dat kreeg nou als beloning een krans met een lint Vanwege zijn stamboom en zijn originele tint