refr.: Tok tok tok, 'k ga met de kippen op stok Want ik woon in een kippehok Tok tok tok, d'r kan geen mens meer bij En ieder ei is voor mij Me hospita zette mij voor 't blok Maar ik koester heus geen wrok Want: tok tok tok, tok tok tok Ik ben gelukkig in me kippehok
Ik ben een man van de straat en je weet hoe dat gaat: Ik hou van een vrij leven Daarom heb ik altijd last, want ik ben niet honkvast 'k Was steeds heen-en-weer aan 't zweven Maar nu heb ik wat ik zoek Ik voel me net een kloek Al moest ik effe wennen Aan dat gekakel van die hennen
refr.
Kom ik vroeg of kom ik laat Geen kip doet me kwaad Want ik heb me eigen sleutel En als ik nou niet 'es vroeg op wil staan En ik word wakker van die haan Want die kraait met zo'n raar gereutel Dan komt de orlog in de ren En krijgt 'ie van iedere hen: "Zeg, zit nou niet te vitten Want Dorus moet nog effe pitten"
refr.
Ik ben gelukkig in me kippehok Ik ben gelukkig in me kippehok Ik ben gelukkig in me kippehok Ik ben gelukkig in me kippehok