Ik zing me ballade, op de Hobbemakade Op de Apollolaan en in de Jordaan Het gaat over 'n meisie, met 'n mond als 'n radijsie En een huid als de binnenkant van een banaan.
Maar ze zou me nooit toebehoren Want ze had haar hartje verloren Aan 'n rare ziel, 'n knaap in textiel En ik greep d'r naast, ik schlemiel
Maar tijdens een teder tete-a-tete Vermoordde hij koelbloedig la petite Juliette Avec un couteau, avec un couteau Dat hij op d'r keel wist te zetten
Het bloed liep door haar haar Over het blad van het dressoir Over de grond, onder de deur Sur le trottoir
Mais un vieux agent de police Kreeg die bloedvlek daar in de kniezen Hij twijfelde midden in de plas Of dat het bloed of tomatensap was
Eerst stond-ie nog paf maar toen liep-ie in draf Als 'n dolle giraf op de telefoon af "Hallo! Hallo hallo hallo hallo hallo!" "Hallo mesjeu le commissaris"
"Hallo mesjeu le commissaris Kom asjeblief 's kijken of het waar is Het lijkt net precies of de Rooie Zee Bij mij daar op de boulevard is"
De commissaris had er zo te zeggen helemaal geen trek in Want door dit nachtelijke drama, moest de man in z'n piama In z'n uniform dat in 'n ander vertrek hing
En met de vijf maal acht reed hij diep in de nacht Naar de plaats waar de moord was bedreven En toen ie 't lijk liggen zag dat op de grond te liggen lag Toen zag ie in 1 oogopslag: deze dame liet het leven
Behoedzaam kwam hij nader en legde de hand op de dader en zei "Heb jij dat geflikt vader?" De moordenaar kon niet anders dan deze misdaad beamen Want z'n vingerafdrukken zaten met bloed tegen de ramen Hetzelfde mooie rooie bloed van die dooie dame
Enige weken na z'n arrestatie Weigerde men hem een beroep op cassatie En men gaf hem geen gratie Ze gaven hem de straf die alle moordenaars verdienen ze maakten hem 'n koppie kleiner onder de guillotine