Een bolle buik heeft ruimte zat voor drie gebraden hazen En vijftien volle glazen Maar vraag niet of hij ruimte had voor waterbrood met stroop Dan gaat hij op de loop Dan had je hem te grazen Dat kan hij, tot zijn spijt, daarbinnen niet kwijt
En de wereld is nog vol van bolle buiken Helaas En de wereld is nog vol van bolle buiken Helaas
Een holle kop heeft ruimte zat voor honderd holle kreten Tot op de draad versleten Maar vraag niet of hij ruimte had voor een mooi nieuw idee Dan zegt hij botweg nee Daar zou hij van gaan zweten Dat kan hij, tot zijn spijt, daarbinnen niet kwijt
En de wereld is nog vol van holle koppen Bolle buiken, helaas En de wereld is nog vol van holle koppen Bolle buiken, helaas
Een dikke duim heeft ruimte zat voor duizendmaal een leugen En een verward geheugen Maar vraag niet of hij ruimte had voor een bekentenis Dat hij zich heeft vergist Daar is hij dik op teugen Dat kan hij, tot zijn spijt, daarbinnen niet kwijt
En de wereld is nog vol van dikke duimen Holle koppen, bolle buiken, helaas En de wereld is nog vol van dikke duimen Holle koppen, bolle buiken, helaas
Een ezelsoor heeft ruimte zat voor dagelijks grote smoelen Om zich weer slaaf te voelen Maar vraag niet of hij ruimte had voor het woord dat hem bevrijdt Van minderwaardigheid Daar gaat hij 's nachts van woelen Dat kan hij, tot zijn spijt, daarbinnen niet kwijt
En de wereld is nog vol van ezelsoren Dikke duimen, holle koppen, bolle buiken, helaas En de wereld is nog vol van ezelsoren Dikke duimen, holle koppen, bolle buiken, helaas