Terwijl ik deze regels schrijf Omgeven mij de fletse dampen Van een veredelingsbedrijf Ik heb met ademnood te kampen En tranen branden in mijn ogen Als een verterend vocht Is het chemie of mededogen O, mijn Elfstedentocht
Zwaar leunt de toekomst op het land Het water sabbelt aan den oever En deponeert een taaie rand En ik word zienderogen droever Dit land waar ik in het verleden Mijn toekomstdromen vlocht Des winters werd er schaats gereden O, mijn Elfstedentocht
Ja, ieder jaar was het hier koud Het water wekenlang bevroren De kind'ren zochten sprokkelhout Vergaarden afgevallen oren En stonden in de donk're uren Als het van Moeder mocht Hun winterhelden aan te vuren O, mijn Elfstedentocht
Zelf heb ik ook eens meegedaan Al was mijn rijstijl wat krampachtig Ik kwam zowaar behouden aan En bij de eerste honderdtachtig Nu ben ik minder onvermoeibaar Mijn schaatsen zijn verkocht En dan, het water blijft maar vloeibaar O, mijn Elfstedentocht
Terwijl ik deze regels schrijf Zie ik die schimmen langs mij jagen Om met hun wil en vege lijf De elementen uit te dagen Nu heersen nieuwe, boze krachten Door mensenhand gewrocht Wat staat ons alles nog te wachten O, mijn Elfstedentocht