De visser voer binnen met veel kabeljauw Zij stond op de kade, zij was een juffrouw De zeemeeuwen zongen, de hemel was blauw Zij gingen terstond met zijn beiden op sjouw
Twee harten te zamen, twee harten bijeen Zij kloppen voortaan voor elkander alleen Twee minnende harten, zo innig en trouw Zij kloppen en zeggen: "Ik hou slechts van jou"
De bruidsfoto staat in een lijst op de schouw De goudvis kijkt goedig, de kat zegt: "Miauw" Een spelletje Halma, een kopje cacao Wie is er die zich niet verkneukelen zou
Twee harten te zamen, twee harten bijeen Zij kloppen gestaag voor elkander alleen Twee minnende harten, zo innig en trouw Zij zeggen voortdurend: "Ik hou slechts van jou"
Toen kwam er in deze twee-eenheid een knauw Hij schraapte zijn keel en hij glimlachte flauw Waarna hij verklaarde: "Ik hou slechts van jou Maar dat geldt nu ook voor die andere vrouw"
Drie harten te zamen, drie harten bijeen Zij kloppen synchroon voor elkander alleen Drie minnende harten, zo innig en trouw Zij zeggen: "Ik hou slechts van jou en van jou"
Hij wekte het tweetal voor dag en voor dauw En sprak: "Hoor het plan dat ik jullie ontvouw" Ik zeg het uit liefde, al klinkt het wat rauw Er komt iemand bij, maar ik blijf jullie trouw
Vier harten te zamen, vier harten bijeen Zij kloppen sonoor voor elkander alleen Vier minnende harten, zo innig en trouw "Ik hou slechts van jou en van jou en van jou"
Maar plots werd het stil in het knusse gebouw De buurt kwam erbij en de aap uit de mouw Vier herten, elk vier maal te heftig in touw Dat bleek toch fataal en de buurt ging in rouw
Vier harten te zamen, vier harten bijeen Zij kloppen niet meer, er heerst rust om ons heen De zeemeeuwen zwijgen, de hemel is grauw Slechts 1 vogel zegt nog half luid: "Koppie krauw"