Wel menigmaal zei de melkboer Des morgens tot haar meid: "De stoep is weer nat" Och, hij wist niet Dat er 's nachts op die stoep was geschreid
(De stoep is nat) Ja, dat was me toch wat (De stoep is nat) Veel geplens en gespat (De stoep is nat) Niemand wist in de stad Dat er 's nachts op die stoep was geschreid
Nu, dat hij en de meid het niet wisten Dat was minder, maar dat zij Er hoegenaamd niets van vermoedde Dat was wel hard voor mij
Alom klinkt het onsympathieke geroep He jakkes, bah, kijk eens, een kletsnatte stoep Daar komt de recherche met speurhond en loep Dit is ongetwijfeld het werk van een groep
Dus de melkboer wordt gearresteerd De hele buurt wordt ondervraagd En de meid zowat binnenstebuiten gekeerd Waarover zij zich luid beklaagt
"Angst in de straten en vocht voor de deur Dat is een teken aan de wand" Zo schrijft onomwonden de hoofdredacteur Van een dikke ochtendkrant
De regeringschef vraagt op Nederland-1 Om vertrouwen in zijn beleid Totaal onbewust van het fenomeen Dat er 's nachts op die stoep was geschreid
Nu, dat hij en de meid het niet wisten Dat was minder, maar dat zij Er hoegenaamd niets van vermoedde Dat was wel hard voor mij
Boehoe (De stoep is nat) Boehoe (De stoep is nat) Boehoe (De stoep is nat) Boehoe (De stoep is nat) (Boehoe)