Er was geen levend wezen meer te zien Alleen de maan hing ijzig koud te staren In het gezicht van juffrouw Leontien Terwijl de mensen aan het slapen waren
Alleen de maan hing ijzig koud te staren Ze bracht gehaast een briefje naar de bus Terwijl de mensen aan het slapen waren Het was voor de verjaardag van haar zus
Ze bracht gehaast een briefje naar de bus Het moest per se die avond nog gebeuren Het was voor de verjaardag van haar zus Ze kon een onbestemd gevaar bespeuren
Het moest per se die avond nog gebeuren De bus was even verder in de straat Ze kon een onbestemd gevaar bespeuren De dodelijke adem van het kwaad
De bus was even verder in de straat Er kwam iets donkers door de gleuf naar buiten De dodelijke adem van het kwaad Keek iemand daar bevangen door de ruiten?
Er kwam iets donkers door de gleuf naar buiten In het gezicht van juffrouw Leontien Keek iemand daar bevangen door de ruiten? Er was geen levend wezen meer te zien