Het lied dat wij gaan zingen is een feestlied Ofschoon het menigmaal reeds aanstoot gaf Het gaat over iets akeligs, maar vreest niet Want het is geestig en het loopt goed af Voor menigeen is het wel even schrikken Wanneer men ermee wordt geconfronteerd Maar men heeft zich er lijdzaam in te schikken Of men nu heiden is, of streng gereformeerd De Dood
Het leven is voor sommigen een kwelling De Dood is dan het beste medicijn Veel depro's zijn het eens met deze stelling En springen getuigend voor de trein Zo zag ik laatst een depressieve puber Zich haastig spoedend naar z'n laatste klus Het was bijzonder tragisch en luguber Want hij keek niet uit en kwam onder een bus De Dood
Het stikt van de bejaarden en de zieken Hun opvang is in een woord Grandioos Ze leven in tehuizen en klinieken Maar hun toekomstperspectief is troosteloos Een reutelend en uitgemergeld snuitje Totaal verziekt door medicijn Vroeg smekend aan de dokter om een spuitje Helaas te laat, hij stierf van de pijn De Dood
refr.: Want dood, ja dood Gaat elke zielepoot Want wie de schedel wordt getroffen door een kokosnoot De Dood, de Dood Die krijgt men op zijn brood Indien men zich laat teisteren door zware Hongersnood Ook dood, morsdood Gaat elke idioot Die ongevraagd mijn gras komt maaien als ik kogelstoot
Het leesboek voor de christen is de bijbel Het gaat over een Leven na de Dood En over onbeschrijfelijke heibel Tussen Filistijnen, Grieken en een Jood Een Jood Die laatste had de Dood reeds ondervonden En vond er na drie dagen niets meer aan Het almaar liggen niks doen vond-ie zonde Van zijn tijd en is toen met de wolkenwagen heengegaan Piloot
refr.
De Dood houdt stand Ja, zelfs bij moord en brand Hij maakt zijn voor- en tegenstanders Allemaal van kant De Dood, de Dood De dood is radicaal Ik heb er weinig hinder van zolang ik ademhaal