mijn stad zit vol met liedjes en soms ga ik op pad dan hoor ik honderd melodietjes dat zijn de liedjes van mijn stad
ze zweven van de Keyserlei naar de Lievevrouwentoren ik hoor z'in alle straten van de stad van de sinjoren soms houden die liedjes mij alleen van mijn job maar ik kan er niets aan doen, ze blijven zitten in mijn kop het feestelijke lied van de beiaard met zijn klokken de roep uit de verte van de boten in de dokken 't gekwetter van de vogels in de bomen van het park en een groepje dat aan 't oefenen is in 't zaaltje achter de kerk en soms hoor ik het smachten van een beest dat hele nachten op de vrijheid zit te wachten in de zoologie
mijn stad zit vol met liedjes en soms ga ik op pad dan hoor ik honderd melodietjes dat zijn de liedjes van mijn stad
ik luister naar de liedjes van de straatmuzikanten en ook naar de muziek van alle soorten migranten de klanken van 't café die hoort g'op de terraskes en de mannen van de bouw die fluiten naar de maskes in 't waaigat blaast de wind zijn liedje in duet met de sirene van de pompiers of van de mannen van de wet 't getetter van de hollanders dat klinkt zo ongeveer gelijk 't gerinkel van de kassen in de winkels op de Meir tot slot wil ik mij richten tot de zwaargewichten de echte grote lichten daar op de Grote Markt:
ge moet u gaan haasten want de mensen maken vuisten leert eindelijk ook eens luisteren naar de liedjes van mijn stad