Gemeubileerde kamer Een heer z.b.h.h. vraagt bij fatsoenlijke mensen op nette stand Kamer met degelijk pension en huiselijk verkeer Brieven enz. enz.
Geachte Meheer,
Ik heb uw annonce in 't Nieuwsblad gezien En daarop wou ik reflecteren Ik woon heel alleen met mijn dochter Christien En ik verhuur enkel aan heren 'k Woon in de Frans Halsstraat al ruim twintig jaar Mijn dochter is daar ook geboren 'k Zal ook zo gauw niet verhuizen vandaar Ik heb er mijn man ook verloren
Mijn man was bediende in de Franse bazaar Waar ze wel met negentig stongen 't Salaris was wel niet zo groot, dat is waar Maar 't was nogal een pientere jongen Maar toen hij eenmaal aan de drank was geraakt En drinken, daar kon hij niet tegen Toen heeft hij me heel gauw tot weduw' gemaakt Hij heeft toen het lirium gekregen
En zo was opeens mijn verdienste gedaan Maar 'k wou toch fatsoendelijk leven Toen ben 'k met Christien in de heren gegaan En daar zijn we maar in gebleven Mijn dochter, dat is 'n juweel van 'n meid Dat kunt u gerust informeren Ze is bij de hand en gedienstig altijd Dat is ook iets waard voor de heren
'k Geef altijd de heren een deeg'lijk pensioen Daar hoef ik niks aan te verdienen Ik doe niet gelijk zoveel kostjuffrouws doen Bij mij krijgt u nooit margarine Al wat ik u opschep, is zuiver en goed Ik geef altijd thee na 't dineren En als u iets extra's daarbij hebben moet Kan u met Christien accorderen
Het is bij me thuis altijd netjes en knap We hebben fatsoenlijke buren Bij mij is er nooit geen geloop op de trap Aan dames wil 'k niet verhuren In 't eerst was ik dat nog wel eens van plan Maar daar is niks meer aan te verdienen En wat heb je 'r eigenlijk per saldo nog van Dat zij je klanten verkankelemienen
U is bij me thuis als 'n vogel zo vrij U hoeft voor geen opspraak te vrezen Er is ook 'n lommerdje vlak naast bij mij Dat kan soms gemakkelijk wezen U vraagt in de krant om huiselijk verkeer Dat moest uwe zelf maar bepalen De een krijgt wat minder, de ander wat meer Dat ligt er aan wat ze betalen
Geloof me, meneertje, ze maken wat mee De mensen die kamers verhuren Laatst hadden we 'n neger, 'n clown van Carre Die lei ons gemeen in de luren Ik kreeg vijftig pop van de kerel misschien Hij scheepte me af met 'n tientje... 't Enige wat ik nog heb van hem gezien... Was 't negertje van mijn Christientje!