Als deze brief u wordt gebracht Ben ik al bij de Atjehnezen Wij worden d'and're week verwacht 't Schijnt weer hommeles te wezen Kom ik in Koeta-Radja an Stuur ik je 'n paar centen over Het zit er nou verdraaid niet an 'k Heb van mijn handgeld niks meer over
U weet, toen ik aan boord zou gaan Had ik precies nog zeven gulden Er bleven 'n paar kladjes staan Maar Bet zal zorgen voor m'n schulden 'n Goeie meid, die blonde Bet Ze huilde tranen haast met tuiten Ze bracht m'aan boord nog negro-head Ze weet, 'n pruim kan ik niet buiten
Hoe ik 't gemaakt heb op de zee Dat zal ik u eens gauw vertellen De eerste dag viel 't nogal mee Maar later kon ik het niet stellen Als ik me soep gegeten had Deed ik 'n dutje in 't vooronder Maar werd zo misselijk als 'n kat Of ik 'n stuk had in me donder
Dat duurde nog zo'n dag of vier Wist niet wat me zou overkomen Het eten smaakte me geen zier Alleen mijn oorlam heb'k genomen Maar later hinderde 't me niet Mijn keesie smaakte me alste voren Zeg dat aan Bet als u d'r ziet 't Zal haar plezier doen dat te horen
En nou zit ik hier in de Oost Nou mag ik hier soldaatje spelen Afijn, 't is voor mij 'n troost: Het kon vader geen bliksem schelen... Ik had mijn buik vol van de pret Dat vader me steeds koeioneerde... Als 't niet voor u was en voor Bet Zou'k willen dat ik hier crepeerde!
Ben ik in Atjeh aangeland Dan zal ik u dadelijk weer schrijven U leest toch geregeld in de krant Dan kan je op de hoogte blijven U weet, ik ben gezond en taai Dat zal'k die zwarte sloebers tonen... Als ik mijn maag niet overlaai Aan Atjehnese blauwe bonen
Want sneuvelt er een officier Kan men een telegram verwachten Meer dan bij de dood van 'n fuselier Moet je op de mail geduldig wachten Als je op de lijst der dooien leest Het nummer zestien duizend zeven Denk dan maar: Gijs is er geweest Hij liet voor 't vaderland zijn leven!