In 't moederland had hij 't verbruid En zijn familie, net en rijk Negeerden hem... een kort besluit... Hij tekende te Harderwijk Hij toog naar 't verre zonneland Streed voor de vaderlandse vlag Elkeen vond hem een flinke vent Totdat hij eind'lijk Mina zag...
refr.: Zij was z'n engel in deze oorden Zijn dierbaarste kleinood Zij slofte mede Op al z'n schreden En was tevreden!
Dacht hij aan 't verre moederland Dan welde in z'n oog 'n traan Doch nimmer kwam 't in z'n verstand Weer naar Europa terug te gaan Na vijftien jaar nam hij pensioen Hij huurde 'n hutje voor hen twee Maar in de donk're kampong... toen Gevoelde hij zijn levenswee...
refr.
Toen werd het tobben, hij werd krank En een verlamming wierp hem neer Geen dokter djawa, spijs noch drank Gaf hem de krachten van weleer Zijn spraak was weg, maar in zijn blik Lag diepgevoelde dankbaarheid... Zijn laatste groet, zijn laatste snik Was nog aan Mina-lief gewijd...
refr.
De laatste tocht die hij toen deed Ver van zijn huis en vaderland Was zonder lange rijtuigstoet Zonder een enk'le bloedverwant Zij volgde in een dos-a-dos Naar 't kerkhof, hare vriend en heer En uit haar slendang strooide zij Melatie in zijn rustplaats neer...
Zij was z'n engel in deze oorden Zijn dierbaarste kleinood Zij slofte mede Met lome schreden Hij ruste in vrede!...