Een ekster stal op zeek're morgen Een gouden armband van mevrouw Hij had hem op een plek verborgen Waar men hem niet gauw vinden zou Maar 'n papegaai ging hem verklappen Men sloot hem in een donker hok En lorre lachte en maakte grappen Toen de arme ziel zijn cel betrok
De ekster ging heen En dacht: Hoe verkeerd Dat heeft-ie bepaald Van de mensen geleerd
Toen de ekster weer was vrijgekomen Nadat hij een jaar gezeten had Heeft hij maar gauw de vlucht genomen Ver van die grote muffe stad Hij wou een onderkomen vinden Bij 'n ouwe vriend of een vriendin Doch waar hij kwam, hij vond geen vrienden Men liet de stumper nergens in
De ekster ging heen En dacht: Hoe verkeerd Dat hebben ze nu Van de mensen geleerd
Hij zag in drukke conversatie Een troepje eksters in de wei Hij dacht: 'k Ben van de permitatie En kwam dus kalmpjes erbij Maar dat bezoek heeft hem gespeten Hij kreeg van alle kanten troef Men riep: "Je hebt een jaar gezeten Laat ons met rust, gemene boef!"
De ekster ging heen En dacht: Hoe verkeerd Dat hebben ze vast Van de mensen geleerd
Zo zwierf de ekster vele dagen Ten prooi aan honger en verdriet Hij durfde nergens hulp meer vragen Daar zijn familie 'm zelfs verstiet Hij wilde werken als tevoren Maar daarin heeft hij zich vergist Steeds moest hij van zijn misdrijf horen En zo werd hij recidivist
Terwijl hij weer stal Dacht hij: 't Is verkeerd Maar dat heb ik nu Van de mensen geleerd!