Al wie in de hoerenwereld Goed uit beide ogen ziet Gaat vanzelf aan 't vergelijken Waarmee ze overeenkomst biedt Ik ging ook aan 't onderzoeken Onder snollen, klein en groot Als resultaat zing 'k u een liedje Getituleerd "De hoerenvloot"
Komt een onervaren hoertje In een welbeklante kast Moet ze dikwijls nog veel leren Wat voor d'een en d'ander past Van Madam kan z'alles horen Die is een vollerde kip Zo een wrak, dat afgedankt is Dient nog als "opleidingsschip"
Weet u wat ik zou verkiezen Als symbool van trouwe min Ik zou zeggen: da's een sciffie Want daar kan maar 1 man in Maar zo menig mainteneetje Stoort zich niet aan symboliek Lijkt ze 'n sciff in de beginne Weldra wordt z' een "achtriemsgiek"
Op de hoek van zeek're stegen Achter in de Warmoesstraat Kan men een soort wijven vinden Dat op prooi te loeren staat 't Merk van alle venuskwalen Toont het smoelwerk van zo'n slet Dat's een schip in "quarantaine" Mijdt het of je wordt besmet
'k Hoorde laatst een juf beweren "Ik ben geen allemanshoer!" En 't is waar, ze gaat niet maffen Met de eerste-beste boer Maar veel duiten, dat heeft invloed Daarvoor gaat ze mee naar bed 'n Oorlogsschip van zulke type Heet een "pantser-dak-korvet!"
Zeek're fijne gouvernante Verricht haar arbeid opperbest D'Oudste zoon, en ook papaatje Kruipen beurt'lings met haar in 't nest Ook mevrouw neemt menig uurtje Franse les bij mademoisel' Zo'n kwasie preuts en keurig juffie Noem 'k maar een "lichtschip", voelt u wel
Vroeger was ze 'n kittig hoertje Maar dat is al lang geleen Nu ze oud is, rot en lelijk Denkt ze aan haar ziel alleen Ze gaat de straat langs met tractaatjes Naar de kerk is trouw haar loop Zo een hoer is in mijn vlootje "'t Hospitaal-kerkschip De Hoop!"