Ik weet niet wat het moet beduiden Dat ik zo ben uit mijn humeur Ik hoor daar de doodsklokken luiden Een lijkkoets staat ginds voor de deur En in de salon daar beneden Zit snotterend een droevige rij Verzonken in vurige gebeden Voor de Lurelei van buurt YY
Hoe ijdel is 't mens'lijke leven Daar ligt ze dood als 'n pier Zij is op 't slachtveld gebleven Van liefde, genot en plezier Voor 't eerst, nu acht dagen geleden Had ze in de salon gemankeerd Toch had ze nog 's avonds beneden Voor 't open raam gevigeleerd
Daar draagt men de lijkkist naar buiten Steeds luider klinkt 't snott'rend geween Madam gluurt bedroefd door de ruiten Want daar gaat haar broodwinning heen Eerst wilden de klanten niet komen Wat zij en haar man ook bedacht Toen heeft ze de blonde genomen En die had haar zegen gebracht
Daar gaat ze nu henen, de blonde De Lorelei van buurt YY Madam kijkt bedroefd in het ronde En monstert de snott'rende rij; Graag had zij die allen gegeven Voor haar, die men grafwaarts daar rijdt! Ach, waarom verliet zij het leven? En dat in het drukst van de tijd!
"Ik heb er een schat mee verloren Nu zij uit mijn huis wordt gerukt Had zij niet drie weken tevoren 'n Schatrijke vreemdeling geplukt Wie wist, gelijk zij, te animeren Als stromen doen vloeien de wijn? Geen enk'le die voor ouwe heren Vooral zo aantrekk'lijk kon zijn!"
Zo klaagde Madam en ze schreide Om 't blondje, zo innig bemind Van wie ze met droefenis scheidde Als waar' zij haar bloedeigen kind Om de hoek ging de lijkkoets aan 't draven Er waren geen volgkoetsen bij... Ze werd van armen begraven De Lorelei van buurt YY!