Onlangs stond 'n heer op de Dam 't Was 'n man die zelden hier kwam 't Was juist zowat kwart voor enen Naar 't hotel wou hij niet henen Geld had hij 'n hoop al verterrd Toch zich niet 't minst geamuseerd Hij had dikwijls horen praten Dat in de Pijp veel vrouwen zaten "Kom", dacht hij, " 'k heb nog geen slaap Daar ga 'k es heen, maar ik neem 'n aap!"
Hij sprak tot de koetsier: "Zeg vriend, zeg hoor eens hier 'k Verveel me hier voor zes Weet gij nou geen adres?"
"Welzeker wel meheer Ik weet er nog wel meer De Prins is, g'loof me vrij Bekend in buurt YY In buurt YY"
Prins lei toen z'n zweep 'r maar op En z'n schimmel liep in galop Door Kalver- en door Vijzelstraten Tot men de Pijp kreeg in de gaten 't Eerste ging men aan bij Henneveld Daar werd door de Prins aangescheld Maar hoe of-ie ook bleef praten Z'n klant werd toch niet toegelaten De dames, zei men, hadden belet Tot zelfs de dienstmeid was bezet!
En voort ging het maar weer Bij Vlaamse Jet dit keer Maar voor de Prins en zijn hip Bleef toch de deur op de knip
Want ook daar zat 't vol Dat was toch al te dol Prins zei: "Dan gaan we maar zien Aan 't park, bij Rooie Lien Bij Rooie Lien..."
Maar gekomen daar voor de deur Kreeg de Prins verdomd haast 'n kleur De rijtuigen stonden daar en file Men trapte elkander op de hielen Prins, die liep het stoepje eens op Maar hij riep: "Wat zit 't daar prop! Geile Mie en Josephine Zijn daar druk aan 't bedienen De rest zit twee aan twee op 'n stoel Wat is 't daar toch 'n lollige boel! Nee, heus meneer, u ziet Vanavond gaat 't niet Maar dan 'n volgende keer Gaat u dan hier eens weer
Want ik, ik houd steeds vol Bij Lien is altijd lol Maar nu breng ik u snel Hiernaast bij Blonde Nel! Bij Blonde Nel!"
Prins nam vlug de schelknop weer beet Raadt eens wie de deur open deed? 't Was de dikke Duitse Grete Ze was juist paling aan 't eten Ze zei: "O Prins, 't spijt mij voor jou Aber da ist nicht een leege vrouw Allen sitzen ze mit heren Die 'n hoop van geld verteren Ik zelf was heut' over de grenzen gezet En vanavond was ik mit drie al te bed
'k Wacht nou nommer vier Die komt zo daad'lijk hier Ik wed dat jij 'm kan Das ist die lange Jan
Aber Prins, wann je 'm ziet Praat dan daarover niet Want hou je niet je smoel Dan vind ik flauwer kul Ja flauwer kul!"
Prins heeft toen z'n klant in die nacht Bij twintig dames nog wel gebracht Bij Dina en bij Zwarte Lize Bij Theda en bij moeder Gieze Maar waar-ie stil hield met z'n knol 't Antwoord was steeds: " 't Is hier vol" Z'n schimmel liep driekwart te slapen Z'n klant zat in de koets te gapen Ten einde raad zei hij ook: "Meheer! 't Spijt me, maar 'k weet er niet meer
Maar als u koffie lust Zeg 't me dan gerust Dan rij 'k u even hard Hier naar de nieuwe mart'
Dat men de sozen sloot Bevordert in 't groot De hoerenloperij In stad en buurt YY In buurt YY