De zoute zeewind slijpt de duinen plat En duwt de argonauten door 't zilte nat naar Atlantis De morgen schrijft z'n rimpels in 't zand De vroege branding schuimbekt tegen 't strand van Atlantis Even zacht zonk ik in jouw armen en ben verdronken in jou Ik ben verdronken in jou
Verschrikt ontwaakt de zeemeeuw uit z'n rust De eerste vrouwen bouwen al hun nesten aan de kust van Atlantis Een Attalanta vlindert langs de zee De zachte wind brengt zeven argonauten aan de reep van Atlantis Even zacht zonk ik in jouw armen en ben verdronken in jou Ik ben verdronken in jou
De dag krijst als een pasgeboren kind En uit de eb rijst langzaam 't trotse labyrinth van Atlantis Neptunus stuurt z'n vrouwen naar 't strand Zacht vouwen ze zich open voor de zeelui, in 't zand van Atlantis Even zacht zonk ik in jouw armen en ben verdronken in jou Ik ben verdronken in jou
Ze slapen in de golven van een vrouw De nacht brengt weer de vloed en 't water spiegelt blauw boven Atlantis De zoute zeewind strijkt de rimpels glad Bedekt de argonauten, verdronken in de stad van Atlantis Even zacht zonk ik in jouw armen en ben verdronken in jou Ik ben verdronken in jou, in jou, in jou