Kastelein, m'n beste vriend, liefde is als een roos zo broos Sinds 't meisje, dat ik heb bemind, gezwind de vrijheid koos Drink ik me nu la-la-lala-lalalala-laveloos
Men schrijft vaak in gedichten dat liefde vleugels heeft en geeft Hier ligt m'n lamme linkerhand, die nu van drinken beeft Omdat ze mij verla-la-lalala-lalalalala-laten heeft
Ik voelde me belazerd, ze nam gerust de eerste bus Het glas voelt aan m'n lippen nu precies of ik haar kus Ik ben volkomen la-la-la-la-lalalala-lazerus
Kastelein, je zwijgt nu, maar je ziet m'n tranen wel Morgen zal ik triest zijn en komt de kater snel Maar dat zien we lala-lala-lalalala-later wel
Eerst had ze me gestrikt, ik kreeg haar kousen op m'n kop Nu deed ze me de das om, dat werd een zware strop Want plotseling zei ze lala-lala-lalalala-lazer jij maar op
De liefde schijnt een spel, veredeld en verfijnd te zijn 't Is geen touwtrekkerij, m'n vriend, maar toch trekt, naar 't mij schijnt Altijd iemand aan 't lala-lalalalalala-laatste eind
Ik zit me vol te zuipen, m'n oogleden zijn paars en zwaar En nu ik aan 't lallen sla en lazer naast de bar Vraag ik jou, kastelein, m'n vriend, kun jij me nog verstaan Lalalala, laat me nu maar Lalalala, laat me nou maar gaan Laat me nou maar, laat me nou maar Laat me nou maar, laat me nou maar