Hallo, mijnheer De Uil Waar breng je ons naar toe Naar Fabeltjesland
Eh, ja, naar Fabeltjesland
En lees je ons dan voor Uit de Fabeltjeskrant
Ja, ja, uit de Fabeltjeskrant Want daarin staat precies vermeld Hoe het met de dieren is gesteld
Echt waar? Echt waar Echt waar mijnheer De Uil
Mmmmmmmmm Zo lees je alles van de dieren uit het grote Dierenbos Kijk, daar heb je Ome Gerrit; ha, daar is Lowie de Vos Met een hapje in z'n bek Gaat 'ie naar de Open Plek Daar zit Juffrouw Ooievaar Met haar lange spitse snavel, vol met bitse praatjes klaar En tuut-tuut-tuut-tuut, wie hebben we hier Jawel, jawel, da's Juffrouw Mier En als je alles hebt gehad Dan gaat Stoffel pas op pad
Hallo, mijnheer De Uil Maar waar zijn Bor de Wolf, de Raaf en de Beer
Ja ja, de Raaf en de Beer
En waar is dan de rest Want d'r zijn er toch meer
Ja ja, er zijn er veel meer Want in de krant staat hier vermeld Dat er twintig zijn geteld
Echt waar
Echt waar
Echt waar, meneer De Uil
Ja Twintig dieren, net als mensen Met dezelfde mensen-wensen En dezelfde mensen-streken Die staan allemaal in de krant Van Fabeltjesland, van Fabeltjesland