Het was op vrijdag al gaan sneeuwen en zaterdag was alles wit Hij dacht de winter van het leven, geen bar origineel gegeven Maar wel iets waar ik mooi mee zit Dat was zo zijn manier van denken, wat literair misschien, wat kil Zijn huwelijk en zijn werkzaamheden, behoorden tot een ver verleden Hij leefde nu al jaren stil Na een arbeidzaam vlijtig leven Met zelden maar een groot verdriet Een huis, geen financiele zorgen Toen dacht 'ie op die stille morgen Wel fraai, maar vrolijk is het niet Als altijd kwam zijn zoon die middag, met vrouw en kinderen op de thee Die jongens waren niet te houwen, wilden graag een sneeuwman bouwen Daar stond 'ie na een uur of twee Met wortelneus en steenkoologen, met bezem, pijp en ouwe hoed Zijn zoon zei "jongens, handen wassen, Loes help jij ze in hun jas We gaan, dag vader, hou je goed" Daar stond 'ie samen met die sneeuwman Hij dacht "we horen bij elkaar" Twee heren die nog heel wat lijken, maar elk moment kunnen bezwijken Waar bleef de sneeuw van het vorig jaar De sneeuwman werd een soort obsessie Een oude vriend die sterven zal De dooi kwam zonder mededogen, eerst viel de neus en toen de ogen Een langzaam, gruwelijk verval Toen na een week zijn jongste kleinkind, bedroefd de sneeuwman niet meer vond Toen zei 'ie "luister goed, mijn kleine, zo gaat het, alles moet verdwijnen Straks valt ook opa op de grond Eerst valt zijn neus, en dan zijn ogen Net als die sneeuwman gaat dat dan" "He toe nou pa", zei Loes geschrokken, "je opa zit maar wat te jokken" En keek veelzeggend naar haar man En toen ze weg waren gereden, nam hij een mapje uit de kast Iets wat 'ie nooit tevoorschijn haalde, gedichten die 'ie eens vertaalde Heel vroeger, als gymnasiast Nee, niet zo mooi vertaald, dat wist 'ie Maar vlijtig zocht 'ie toch naar iets Twee regels waarin stond te lezen, "al wil de mens van alles wezen Hij is en blijft in wezen niets" "Zo is dat", zei 'ie, "en niet anders" En in de auto onderweg, zei Loes, "ik wil je echt niet kwetsen Maar vader zat wel vreemd te zwetsen Die man wordt kinds, wat ik je zeg"