Toen wij de hoop lieten varen schat Zocht ik een dak, ja God, je moet toch wat Ik vond een schamele zolder en dacht schamper "hoe kolderiek" Het is kil en tochtig daar, maar geen paniek Ik zie wel hoe het verder gaat In de Van Eeghenstraat Het doen alsof, het hoeft niet meer Wij hebben allebei die vrij- en blijheid weer Het is het best voor ons twee Ook al valt het niet mee vandaag Maar lig vooral niet wakker met de vraag Over hoe het mij vergaat In de Van Eeghenstraat Nog zie ik in gedachten Jou voor de deur op me wachten Toevallig in de buurt dacht je, "kom, Ik ga eens aan" Buiten droop de regen Het viel je duidelijk zichtbaar tegen Je moest weg, en voorgoed, zag ik je gaan Er is geen reden voor de minste spijt Het moois van vroeger is verleden tijd En alles zal vroeg of later Door de tijd wel verwaterd zijn Net als het ijs op een raamkozijn Waarin ik schreef "lieve schat" In de Van Eeghenstraat Nog zie ik in gedachten Jou voor de deur op me wachten Toevallig in de buurt dacht je, "kom, Ik ga eens aan" Buiten droop de regen Het viel je duidelijk zichtbaar tegen Je moest weer weg, en voorgoed, zag ik je gaan Er is geen reden voor de minste spijt Het moois van vroeger is verleden tijd En alles zal vroeg of later Door de tijd wel verwaterd zijn Net als het ijs op m'n raamkozijn Waarin ik schreef "lieve schat" In de Van Eeghenstraat