Ik denk dat het er nooit meer van zal komen Ik zie je nooit, je woont ver weg, en dan Je bent vast heel gelukkig met je man En toch blijf ik van 1 week samen dromen Van 1 week, jij en ik, een vrouw, een man Dan, dan Zal ik je zondagen, zal ik je gemberen Zal ik je zilveren en je decemberen Zal ik je properen, tanden en tonnen Zal ik je balsemen, Salomonen Zal ik je harpen, monstransen, cassavelen Zal ik je engelen, goden en duivelen Zal ik je dolken van hier naar dare Zal ik je kloeken, fluwelen en klaren Dan
Ik denk dat jij het ook nog wel zult weten Hoe wij het hadden, samen, jij en ik Ik hoef je maar te zien 1 ogenblik En we zullen weer naar elkander heten En leven in die oude toverbal Dan, dan Zal ik je hemelen, zal ik je havenen Zal ik je druiven van 's ochtends tot 's avondse Zal ik je klepelen, klokken en luien Zal ik je oosten en noorden en zuien Zal ik je panteren, zal ik je penen Zal ik je Jezusen, zal ik je Veluwe Zal ik je Beieren, bessen en Zeeuwen Hoogmissen, laagmissen, loden en leeuwen Dan
Regenen, zal ik je bliksemen Haveren, hoekstenen, zal ik je dwarsbalken, nagelen Boteren, zal ik je rozen, aprillen Zal je amandelen, noten, pastillen Zal je beraadselen, kinderen, Hamelen Oden en de hymnen, sonetten en stamelen Zal ik en zal ik je Wacht maar en krijgen Dan pas, dan pas Zal ik je zwijgen