Hangend op een stoel, trekkend aan een sigaretje Worstelt hij zich door die eindeloze dag Met z'n werkeloze vrienden en z'n flipperautomaatje Doet hij, wie maar horen wil, zijn beklag
Hij is net achttien jaar geworden Vol verwachting van het leven En hij heeft nog een heel eind voor de boeg Maar een half jaar geleden Werd ie door zijn baas ontslagen Stond op straat zonder dat ie erom vroeg
En hij wil werken, zichzelf nuttig maken Iets goeds presteren, dat is toch heel normaal Maar hij dreigt zijn zelfvertrouwen kwijt te raken Door de zegeningen van het kapitaal
Weggestuurd van huis dat bol zat van de spanning Moeder zegt: "Die knul hangt steeds maar om me heen" En dus stapt ie maar weer op, naar de frietzaak op het hoekje Waar z'n vrienden wachten, wachten ook alleen
Er wordt zo af en toe gelachen Om een grapje dat net nieuw is Maar na vijf keer gaat de lol er wel van af En dan verder maar weer niksdoen Of een plaatje in de jukebox Van 'Die zomer is voorbij'... Het is een straf
En hij wil werken, zichzelf nuttig maken Iets mooit creeren, dat is toch heel sociaal Maar hij dreigt zijn zelfvertrouwen kwijt te raken Door de zegeningen van het kapitaal
Dagelijks in de krant staat wel ergens een berichtje Dat men uitstel van betaling heeft gevraagd En dan komen onze bonden, maar het einde van het liedje De werkman wordt de straat weer opgejaagd
Maar vele rekeningen stijgen Op de Zwitserse banken 't Zijn de revenuen van een wanbeleid En dan komt Boersma die vertelt Dat we geduld moeten betrachten Maar ruim tweehonderdduizend werkeloos is een feit
Zij willen werken, niet dagelijks duimen draaien Dat ondermijnt de menselijke moraal Maar 't zal niet lukken ons oren aan te naaien Met de zegeningen van het kapitaal