Ze zitten op een tak, dooie tak En ze loeren wat ze zouden kunnen snaaien Ze doen 't op hun gemak, dooi gemak Op z'n tijd is iedereen voor de kraaien En ze zijn gek op gouwe tanden Ring aan ouwe hand Een meidje van zestien is niet half zo interessant Als een gerimpeld vel met geld Want 'welgesteld' Is voor de kraaien het enige wat telt De kraaien, de kraaien
Ze strijken al hun veren glad en gaan op pad Met een uitgestreken smoel gaan ze paaien En ze lispelen hun troost meedogenloos Ze lopen over van gevoel, de kraaien Ze nemen alles uit de hand Van de verwanten van hun klant Met goeie connecties bij drukkerij en krant "Zoals uw echtgenoot was, eerste klas Zo zouden wij hem naar zijn rustplaats Willen dragen" De kraaien
Zie ze zeulen met de kist, vol droefenis Kijken elkaar eens aan en denken: "Wa'ne zwaare" Ze krassen vals en om 't hardst de dodenmars Kunnen met moeite hun schijnheiligheid bewaren Ze vliegen vlerkend door de kerk Doen hun zalvend werk, delen prentjes uit En zorgen voor een veel te dure zerk Bij de deur van het portaal, met veel kabaal Gaan ze krassend met de centen aan de haal
Ze zitten weer op een tak, dooie tak En ze loeren wat ze zouden kunnen snaaien Ze doen 't op hun gemak, dooi gemak Op zijn tijd is iedereen voor de kraaien En ze gaan over lijken, pikken wat ze krijgen kunnen Altijd uitgerust voor een volgende klus En zijn ze zelf aan de beurt, niet getreurd Bij de kraaien valt 't meest te graaien De kraaien, de kraaien