Er viel een hete schaduw over 't strand Die depressie had de zon dus toch gevangen De wind bleef onder 't wolkendek zo hangen De dag bleef stilstaan tussen 1 en 2 Vanilleijs smolt in haar bruine hand Ze likte langzaam met een koel verlangen Ze had nog zilte parels op haar wangen Ze bracht de golven in haar haren mee En in haar ogen de sterren van de zee In haar schelpenstilte zocht ik gaten Probeerde mij met haar te laten praten Ik keek naar boven en had geen idee Vier cijfers vormden een reclamevlucht Toen hing er eau de cologne in de lucht Ze zei iets dat ik moeilijk kon verstaan Een man zat met een radio te spelen Die mij dan ook vierstemmig mee kwam delen Dat liefde alles was wat 'k nodig had Ze keek me een tijd later pijnzend aan En net toen ik haar schouder wilde strelen Begon het haar klaarblijkelijk te vervelen Dat ik alleen maar zwijgend naast haar zat En ze verdween half achter 't ochtendblad Tot haar navel toe was wereldnieuws te lezen Ze zei dat eau de cologne fijn zou wezen Het speet me dat ik dat niet bij me had Ze leek me onder haar bikini bruin Ze had een hoge schutting om haar tuin De eerste druppels vielen op m'n hand Tijd voor thee en om zich aan te kleden Opeens leek alles jaren lang geleden Ze deed haar kleren aan en groette mij Een regensluier daalde over 't strand En kinderen huilden hard en ontevreden De natte vlaggen zakten naar beneden En iets dat nooit begon was al voorbij Haar kleine brede hand liet mij niet vrij De regen deed me weer naar zee verlangen Haar golven hielden mij opnieuw gevangen Het ochtendblad moet mee, het was van mij Steeds verder werd ik weggesleurd van 't strand De geur van eau de cologne woei van 't land