Hij staat in de sneeuw aan de poort van de stad En prikt de dagen van december op z`n hoed Hij fluit z`n pluche lapjeskat Want hij heeft last van muizenissen die nesten maken in z`n baard. Maar `t dier laat hem altijd mooi fluiten `t dier preekt ernstig voor de vissen Gevallen van een haringkar. Hij lokt de dagen met z`n lied De dagen vliegen, hij blijft staan Waar komt hij vandaan? Hij koestert de dagen van rood cellofaan Van glitter en watten en sterrenpapier Geen mens kent zijn naam Geen mens kent zijn naam. Meester prikkebeen Meester prikkebeen Mensen lopen langs hem heen Hij blijft alleen meester prikkebeen. Lantaarnopstekers gaan stil door de nacht Hij speelt de draailier voor hun harige gezicht Slaap gerust, sluimer zacht Een paladijn met zijn soldaten blijft even luisteren naar hem. Toch blijft z`n schotel leeg, ze lachen Alleen een meisje blijft staan praten Een mager meisje van plezier. Waarom speel jij geen ander lied Je ogen en je mond zijn koud Ik weet geen refrein Ik draag op mijn borsten een slutel van goud Het licht in m`n oog is een ster die verschiet Zo kan ik niet zijn. Meester prikkebeen Meester prikkebeen Mensen lopen langs hem heen Hij blijft alleen meester prikkebeen. Ze danst in de sneeuw en ze speel tamboerijn Terwijl de lapjeskat heel stil de passie preekt Het geurt naar brood en warme wijn En in de sneewnacht bij de ballen verwachten ze `t nieuwe jaar. De laatste nacht komt aangevlogen De laatste slagen zijn gevallen `n vuurpijl spuit de hemel in. En morgen verdwijnen ze over het land Morgen verdwijnen ze over het land Het nieuwe jaar is wijd en groen Een bloemenwei is leeg en groen Nooit zien ze hem weer Nooit zien ze hem weer Wie weet wat de dagen Dit jaar zullen doen Wie weet wat de dagen dit jaar zullen doen Zij speelt met de kat Zij speelt met de kat En hij zwaait met zijn hand En hij zwaait met zijn hand. Vaarwel en tot ziens Vaarwel en tot ziens Misschien tot ziens Misschien tot ziens. Meester prikkebeen.......