Werner neemt de trein, het geeft niet waarheen hij moet nergens zijn, hij is altijd alleen hij koopt geen ticket, heeft een abonnement de conducteur groet hem, Werner is gekend Werner neemt de trein, hij moet nergens zijn de trein zit vol met meisjes, Werner heeft geluk maar hij durft niet te kijken, hij bijt zijn lippen stuk de trein zit vol met meisjes, ze zijn allen mooi hij kijkt uit het raam, trekt zijn t-shirt in de plooi Werner neemt de trein, hij moet nergens zijn het landschaprits is grijs, het landschaprits is groen de meisjes maken pret en hij snakt naar een zoen de trein rijdt door een tunnel en alles is nu zwart Werner hoort gegiechel en het kloppen van zijn hart Werner neemt de trein, hij moet nergens zijn
de trein stopt in de stad, een man op het perron een vrouw valt in zijn armen, de wind in haar japon dan denkt hij aan zijn meisje liggend in haar kist omdat ze aan een spoorweg zich 1 keer heeft vergist Werner neemt de trein, hij moet nergens zijn Werner neemt de trein, hij moet nergens zijn Chorus