Wanda had een bloemenwinkel en Willy werkte bij de post Twee doodgewone mensen die werken voor de kost Ze leerden elkaar kennen door een advertentie in de gazet Nu komen ze samen, een keer per week, voor een beetje seksuele pret
Wanda's kamer was gedompeld in rood neonlicht Zware make-up en lippenrouge op haar gezicht Ze liep de kamer op en neer, een tijgerin in haar kooi Een zweepje in haar hand geklemd, wachtend op haar prooi
Het zwarte leder van haar laarzen glom in die rode gloed Levensgevaarlijk zag ze eruit en dat besefte ze goed Daar klopte hij dan aan haar deur, verlegen, onschuldig en braaf Op zoek naar pijn en vernedering. Willy. Haar slaaf
refr.: Willy en Wanda, een gelukkig paar Ze kunnen mekaar niet missen Meesteres en martelaar Daar alleen kan liefde wonen, daar is liefde zoet Waar men leeft voor elkaar, met hartstocht in het bloed
Ze begonnen het spel der liefde op een speciale manier Willy likte Wanda's voeten en deed haar veel plezier Ze gaf hem ransel met haar zweep en noemde hem 'schurftige hond' En Willy streelde haar derriere, een glimlach op zijn mond
Wanda was meedogenloos en Willy werd niet gespaard Ze voelde zich verbonden met al het kwaad op aard En Willy was de Verlosser als hij zich zo gepijnigd wist Net als zijn idool Jezus Christus, de ultieme masochist
En op een dag trouwden ze met elkaar Wanda in het zwart en Willy in het wit Zij kreeg van hem bokshandschoenen cadeau En hij van haar een nieuw gebit En als een van hen zou sterven zal de andere versmachten van pijn In het koninkrijk der liefde moet men met zijn tweeen zijn