Eens was ik verliefd op een prachtige meid Die ik nooit kon krijgen Tenminste, dat dacht ik, want ik was er geen held: Ik bleef, als zij in de buurt was, stilletjes zwijgen Het leek wel of zij me nooit zag Ik beleefde zo menig ellendige dag Maar, lieve kind'ren, het eind van dit lied Is er zo droevig en treurig nog niet
'k Was smoorverliefd op die prachtige meid Die ik dacht nooit te krijgen Maar toen kwam er een keertje een hardloopwedstrijd Zij was er ook. Ik deed mee aan de tweehonderd meter Het was voor het eerst, dat zij mij toen zag 'k Beleefde er toen een geweldige dag Ja, lieve kind'ren, het eind van dit lied Is er zo droevig en treurig nog niet
'k Stond klaar aan de start Met bonkend hart En daar klonk het schot En ik rende me rot 't Leek wel of ik vleugels had... Man, man, man, wat ging dat hard! 'k Liep ze allemaal voorbij Iedereen juichte voor mij
Toen ging ik nog veel harder, hoor; 'k Lag wel dertig meter voor En aan de finish danste zij Die prachtige meid, voor mij, voor mij! En toen daarna, toen was het aan 'k Heb nog lang met haar gegaan En zo kreeg ik een mooie meid Door een hardloopwedstrijd, door een hardloopwedstrijd