Liesje kreeg een mooie nieuwe pop van Sinterklaas, eentje die kon plassen met een ingebouwde blaas. Liesje was uitzinnig en ze danste in het rond, maar ze was wat onvoorzichtig en sprong boven op de hond. De hond schrok zich de tering, hapte Liesje in d’r been en pakte toen de pop af en verscheurde die meteen. Liesje schreeuwde moord en brand en papa greep de pook en stapte op de hond af, die angstig in een hoekje dook. Papa begon te hakken en het bloed spoot in het rond en toen z’n drift gekoeld was, zat het huis onder de hond. Liesje krijste: ‘Papa, wat heb je nou gedaan!?’ en ze pakte hem de pook af en begon op hem in te slaan. Papa vlucht het huis uit en zoekt toevlucht in de drank, moeder las een boek van Thea Beckman op de bank. Liesje ging zichzelf eens flink verwennen met de pook en plots werd het hele kamertje nog best gezellig ook! Mama deed haar tanden uit, want papa kwam weer thuis en Liesje stopte hele stukken brandhout in d’r kruis. De hond werd bij elkaar geveegd, verorberd en vergeten en iedereen werd rustig, want ze hadden goed gegeten. Toen werd er aan de deur geklopt en daar stond Sinterklaas. Papa liet hem binnen en vertelde het relaas. Sinterklaas begreep het, Liesje kreeg een nieuwe pop. En toen zei hij: ‘Ik moet weer gaan, ik moet de daken op.’ Nog even keek hij om en met een elegante zwaai verdween hij in de nacht en iedereen dacht: ‘Mwa, what a guy.’