Soms roep ik mijn ikken bij elkaar Ik heb inmiddels al een aardig reservoir Als ik dan vraag: 'He, welke ik is eigenlijk waar?' 'Misschien ik wel...' zegt dan mijn ik van 30 jaar Van al mijn ikken is hij de grootste twijfelaar Mijn ik van 30 jaar is namelijk niet tevreden En hij weet eigenlijk niet eens precies waarom Heeft een baan en een vriendin Maar het loopt niet naar zijn zin Moet ie doorgaan zo of moet het roer eens om
Mijn ik van 30 jaar is teruggekomen Van: 'Zeker weten, zwart en wit' en 'Ik heb gelijk!' Hij nuanceert met zijn verstand De waarheid tot een diamant Die steeds van kleur verandert, als je anders kijkt Hij geeft absoluut het voordeel van de twijfel Maar soms krijgt-ie opeens zo'n heimwee naar Dat geloof... in idealen, van zijn uitgesproken ik van 20 jaar
Kijk, daar kiest-ie nog een keertje voor de vrijheid Maakt z'n verkering uit en zegt z'n baantje op (oooooooooooh) Maar hij heeft zich vreselijk vergist joh Hij veel te snel beslist Hij kan geen kant met al die nieuwe vrijheid op Kijk, daar wordt-ie wakker met een kater De grote, vrije, ongebonden twijfelaar Kwam z'n moeder maar, met een glaasje water Ach was ie maar weer, maar weer, 9 jaar Ach was ie maar weer veilig 9 jaar
Maar mijn ik van 30 jaar, wordt nooit geen 9 meer Hij wordt al aangesproken met: meneer (prrrrrrrrrrr)