Ik stopte bij een truckstop, na een lange zware rit Om te rusten en te eten, door de sneeuw was alles wit Veel te link om door te rijden, alle wegen waren glad Waarom met m'n leven spelen, 'k was 't sturen even zat
Dus ik kroop tussen de dekens, voor m'n welverdiende rust Langzaam zonk ik naar de diepte, 'k was me van geen kwaad bewust Maar opeens werd ik wakker, door een vreemd en raar geluid Ik besloot eens te gaan kijken, stapte snel m'n wagen uit
Wat ik zag was ongelooflijk, op die koude winternacht Vastgebonden zat een hondje, door z'n baasje weggebracht Heel verbaasd stond ik te kijken naar dat beest aan een stuk touw 't Keek me aan met trouwe ogen, stond te rillen van de kou
Ik nam hem mee in mijn kabine en gaf wat eten aan dat beest 'k Vroeg me af hoe hij zou heten en wie z'n baasje was geweest Tot hij hard begon te blaffen, en ik naar m'n lading keek Ze wilden van m'n lading stelen, wat toen achteraf ook bleek
Ik noemde hem 'mijn kleine waker', die steeds op mijn spullen past Door dik en dun zijn wij nu vrienden, en hebben menig boef verrast Ik zou hem niet meer willen missen, 'k weet nog goed hoe ik hem vond En zijn baasje willen zeggen: Hij is slim en kerngezond