Steeds als er vorst is denkt de Fries: vorst En controleert het water op de dikte van de korst Koorts in elf steden, kan de tocht gereden Het antwoord komt vanzelf, van de raad van elf
De elfstedentocht, zo verknocht, aan Berenburg, Berenburg
Opa Nauta heeft de tocht ooit eens gemaakt In alleen een onderbroek en verder poedelnaakt Ik ben speciaal vertrokken, kleumde hij, want ik ben al oud In een lange onderbroek en nog heb ik het koud
De elfstedentocht, in de bocht, met Berenburg, Berenburg
Tjibbe, Sjoerd en Wibbe die zouden het wel rooien Tjibbe, Sjoerd en Wibbe die zaten mooi te klooien Zijn in een wak gereden, volledig overleden Zo heb je 't over Friezen, zo heb je 't over dooien
De elfstedentocht, door de bocht, met Berenburg, Berenburg
Over dooi gesproken: in wereldoorlog twee Werd hij vaak gereden, het weer zat vreselijk mee Een koude oorlog, dat is waar, drie schaatsers vroren dood Was toen niet zo een bezwaar: het ging van de grote hoop
De elfstedentocht, wat een bocht, is Berenburg, is Berenburg