Hallo, ik ben een jager, ik jaag van vroeg tot laat Leen mij uw oor dan zing ik hoe dat gaat: Halihalohalohadelie, ik jaag me uit de naad
De jacht is gezond voor het wild, eerlijk waar Een jager schiet graag een ziekelijk exemplaar Zo zag ik zojuist een wildfazant met een Gebroken drumstick hinken in het veen
Halihalohalohadelie, hallo ik ben een jager Een jager ben ik graag, halihalohadelie
Als macrobioot zwoer ik ooit eeuwige trouw Aan een veel te zwaar, onopgemaakte vrouw Dat bleek een vergis, ons huwelijk liep mis En nou vreet ik vlees alsof het muesli is
De jacht: het legt zo mooi je oerinstincten bloot Ik zag laatst een kwartel en dacht: die krijg ik dood Dus ik schoot op dat beest, de kogel ging luid Het ene oor in en het andere oor weer uit
Net of door 't lawaai van mijn dubbelloopskanon De kogel de slaap niet goed vatten kon Nu heb ik van het jagen alles wel verteld Een belangrijk ding nog heb ik niet gemeld:
Men praat over jagers onnodig negatief Want een jager jaagt uitsluitend selectief: Is zo'n beest algemeen, dan wordt er heel wat afgeslacht Maar zijn er van dat soort maar acht, dan schiet ik er maar acht
Het was drie november, de Hubertus-jacht! Zo rond het middaguur, het angelus klepte zacht Ik richtte op een hert toen mjn hart getroffen werd Door dat kruis tussen 't gewei, en een engel die mij zei: