Buiten sneeuwde het dat het goot. Ietwat schuchter warmde zij haar handen in het schamele haardvuur. Julius Caesar had haar man omgebracht, omdat hij hem een onsmakelijke figuur vond, waar de krokodillen het overigens geheel mee eens waren Haar gedachten zwommen in de ijskoude stilte. Ze voelde zich ellendig, als iemand die de laatste uitzending van Peyton Place heeft gemist Er werd aan de deur geklopt. Hard geklopt, zacht geklopt... "Wie zou dat zijn?", vroeg hij zich af. Een knappe man die Abraham over pakweg vijftien jaar zou zien, stond voor haar deur. Het was de broer van wijlen haar man. Het was brutale Brutus die op wraak zon. Beleefd liet zij hem binnen en vroeg of hij in was voor een kop thee. Hij was Brutus dronk thee voor twee. Hij vertelde haar van zijn ondeugende plannetje Julius Caesar de weg naar de eeuwige jachtvelden te wijzen. Julius zou de zon niet meer op zien gaan! En dit alleen al vanwege het feit dat Julius gewend was om laat op te staan Na op onbezonnen wijze afscheid te hebben genomen, sloeg Brutus onder het motto: 'Alle wegen leiden naar Rome', het eerste het beste bospad in Verdrietig huilde zij hem uit. Het besef dat zij ook hem kwijt zou raken beet haar