Ik knipper wel eens met mijn ogen Krab me wel eens aan mijn kont Af en toe wil ik ook wel pogen Me in de ochtendstond Nog een keer om te draaien Als ik gapend wakker word Verder doe ik feitelijk Niet byzonder veel aan sport
Ik beweeg me onvoeldoende En eet veel te veel vet Mijn hartkamers klepperen Alleen nog maar met Twee kleppers van kunststof En al zijn ze dan nep 'k Ben zo blij da'k ze 'k Ben zo blij da'k ze 'k Ben zo blij da'k ze heb
Ik heb me dan ook een conditie Van heb ik jou daar En krijg steeds meer kwaaltjes 't Is vreselijk, echt waar De laatste tijd heb ik last Dat mijn blaas niet goed sluit Als ik moet lachen Dan gier ik het uit
De uroloog heeft het bekeken En hij keek niet zo blij: "Uw blaas is kaduuk U krijgt een uitgang opzij" "Moet ik dan mijn hele leven Met een stoma?", vroeg ik bang "Jawel", zei de dokter "Maar dat duurt niet zo lang"
De een vindt galgenhumor Het leukste dat bestaat: "Er lopen twee galgen Door de Kalverstraat..." De ander ben ik Met opzij zo'n ding Maar dat geeft niet Ik huppel, ik dans en ik zing:
"Ik ben zo blij, zo blij Dat m'n neus van voren zit En niet opzij!"