Licht gaat branden achter sommige gordijnen hier en daar een mens op straat ietwat verwaaid rokershoest weerklinkt alom lantarens kwijnen als er hier een haan was had-ie al gekraaid.
Mensen overwegen om in bed te blijven zien er toch maar weer vanaf uit goed fatsoen en een oude man wordt wakker met een stijve maar heeft niemand om een vluggertje mee te doen.
Ergens laat zich al de helse toeter horen van een matineuze heer in het verkeer achter grote gele vensters van kantoren zijn de werksters met hun emmers in de weer.
En wie in zijn diepste nachtelijke dromen is gezworen naar de bron van zijn bestaan mag zo dadelijk weer op het matje komen aangezien hij een vergissing heeft begaan.
Net als vroeger is er weer een dag geboren maar de jaren van verwondering zijn voorbij en ook zijn er hier geen vogels meer te horen behalve twee minuten op de vierde mei.
Ach, het leven nam ons allen op de korrel en de dood genaakt met klapperend gebit wij verlangen naar het uur dat de eerste borrel goed en wel weer achter onze kiezen zit.