Familiefoto op de schouw waarin het oude vuur al dooft. Bleke gezichten zonder antwoord. Geen één die in de vraag gelooft.
Ren zo hard je rennen kunt. Het ligt niet aan de buren. Het ligt aan jou.
Weer zo'n grijze morgen: Je trapt de denkens weg en de hemel blijft aan je kleven. Je blik in de spiegel is een blik in de afgrond, en die vrouw daar, blijft haar hele leven.
Weer die halvarine, en koffie, net zo zwart als de nacht die je nog altijd in je mond hebt. Over kraakt het, het snuffelt, piept en kwijlt, en dan dringt het tot je door dat je een hond hebt.
Deze dag, deze dag, deze dag is rijp voor een gezwel.
Dit is nu zo'n dag waarop je woedend wilt gaan vasten, omdat je naar iets zuivers streeft. Dit is nu zo'n dag waarop je argeloze kinderen afgeschreven strippenkaarten geeft.
Ren zo hard je rennen kunt. Het ligt niet aan de buren. Het ligt aan jou.
Weer dat zwarte dagblad met koppen levensgroot van het kwaad dat zichzelf zal straffen. Vetgedrukte beursberichten handelen in vrede. Bijtende honden blaffen.
Deze dag, deze dag, deze dag is rijp voor een gezwel.