Wie vertelt het mij, hoe men uit graniet een hart zou kunnen winnen, wie vertelt het mij, wie vertelt het mij?
Mensen vechten om de kruimels van genadebrood, miljoenen leven als de bliksem, broeders van de dood. Door valse schijn en oppervlakkigheid, een prachtige knoch out. Lege leegte, lege tijd.
Wie vertelt het mij, hoe je van een optelsom een lied zou kunnen maken, wie vertelt het mij?
Kan een ideologie ons ooit de scherven geven van wat gebroken is van wat liefde was, en leven?
Alleen een standbeeld, dat kan stil zijn zonder haast en tijd. Alleen de dood leeft eeuwig; geen mens die hem misleidt, Jezus hangt verbitterd aan het kruis. Vader is op stap en moeder schuilt in huis.
Heel de schepping wankelt koortsig tussen hoop en vrees. Je kunt bidden, maar je ziet jezelf: je ziet alleen een pokerface. Je ziet de dag niet, die niet weet wat hij doet. Zijn spiegelbeeld in het water. Zijn licht. Zijn eb en vloed.