Misschien wel een domme vergissing. Misschien een verduisterde zon. Voor de zekerheid een kleinere liefde: een uitvlucht zonder pardon.
Nooit meer een taal of een teken. Hebben wij echt ooit bestaan? Jij hebt een man, twee wolken van kinderen, en ik een uitstekende baan.
Misschien wel een wals in de hemel. Misschien wel een blues in een kroeg. Diep van binnen nog die brandende zin: Voor de dood is het ietsje te vroeg.
Jij hebt mij liefde en leven geleerd. Jij was het liefst van ons beiden. Jij hebt in mij steeds het leven begeerd. Ik kan jouw liefde niet lijden.
Misschien was het zuivere lafheid. Misschien het gezonde verstand. Al wat ik verdicht heb, waarop ik geen zicht heb, koester jij in de palm van je hand.
Misschien wel een wals in de hemel. Misschien wel een blues in een kroeg. Diep van binnen nog die brandende zin: Voor de dood is het ietsje te vroeg.
Jij hebt mij liefde en leven geleerd. Jij was het liefst van ons beiden. Jij hebt in mij steeds het leven begeerd. Ik kan jouw liefde niet lijden.